10 mei 2015
Atlantische Oceaan, South Africa, Trades Sector
Begroeting in Kaapstad, Waterfront
De Anne Margaretha liep uiteindelijk woensdagochtend 30 april rond 02.00 uur binnen in de jachthaven van de Royal Cape Yacht Club. Ik (Esther) had het schip sinds tien uur ’s avonds al op de Marine Traffic app gevolgd en om half twee een taxi genomen naar Waterfront in de veronderstelling dat Heinz het schip daar, net als de Bark Europa, af zou meren. Na tien spannende minuten wachten op een bankje tegenover de haveningang, zag ik eindelijk de lichten van een zeilboot ‘under engine’: dat moest de Anne-Margaretha zijn! Het was de A-M, maar het voer de haveningang voorbij! Aanvankelijk dacht ik nog dat Heinz een extra rondje maakte, omdat het schip nog niet gereed was de haven binnen te varen, maar dat bleek niet het geval te zijn. De lichtjes kwamen niet terug… Waar ging ze heen? Lang leve de Marine Traffic app die me liet zien dat het schip doorvoer naar een haventje even verderop. Ik snelde die kant op, maar kwam vervolgens op een donker afgelegen stuk haventerrein terecht. Dat leek me vragen om moeilijkheden, ik was tenslotte in Zuid-Afrika en zelfs in Rotterdam zou ik me op dit tijdstip niet veilig voelen.
Ik meldde me bij een haven security office en maakte de beambten duidelijk dat ik een taxi nodig had om bij een schip te komen dat even verder op aan het binnenlopen was. Aanvankelijk vonden ze het maar een vreemd verhaal, maar aan mijn opwinding te zien, konden ze merken dat ik meende wat ik zei en werkten ze mee aan het bestellen van een taxi. Het duurde 20 slopende minuten voordat de taxi er was, maar uiteindelijk bracht deze me snel naar de jachthaven die 2 kilometer verderop bleek te liggen. De weg ernaar toe was lang, donker en verlaten. Ik was blij dat ik een taxi genomen had…. Uiteraard was ook bij de entree van de jachthaven weer security, maar ik was niet meer te houden en dwong ze met mijn adrenaline de toegang tot de jachthaven te verlenen alwaar ik geconfronteerd werd met honderden masten in een donkere nacht. Ik zeg nogmaals: Lang leve de Marine Traffic app: het liet me exact zien, waar de Anne-Margaretha afgemeerd lag, zodat ik niet hoefde te zoeken, maar er direct op af kon lopen.
En ja hoor, aan het einde van de tweede steiger lag ze als een rots in de branding. Sterk en statig, leek ze niet onder de indruk van de reis die ze net had afgelegd.
Kennismaking en flink aan de slag!
Ik begroette de bemanning aan dek die ik inmiddels kende uit de verhalen van Sigrid. Het waren: Karine, Sigrid en Samuel. Benedendeks vond ik Heinz, Piet V en…. mijn eigen Piet! 🙂 Eindelijk!
De bemanning genoot van een glas wijn, was moe, opgetogen, onwennig over het stilliggen van het schip en verlangde naar een lekkere douche. Piet en Karine hadden het getroffen: hen wachtte een nacht in een “normaal” bed en het gemak van een hotelkamerdouche. Na een relatief korte nacht, werd diezelfde morgen nog begonnen met het schoonmaken van het schip en het verrichten van de nodige reparaties. Ik had me inmiddels bij de bemanning gevoegd en leerde door de werkzaamheden en het tellen van de voorraden het schip direct aardig kennen. De dagen daarop werkten we gestaag door, deden we inkopen voor een reis van ruim zes weken en vertrokken opeenvolgend Karine, Piet V en Sigrid van boord om te worden opgevolgd door Martin (eerste stuurman), Maaike (maat) en Ian (onze gast). Na gedane arbeid bezochten we steevast Waterfront voor een ijsje, een biertje, een wijntje met sushi, een hapje in het Belgisch restaurant ‘Den Anker’, een bezoek aan de kapper/barbier, etc. Zondag was er zowaar tijd om naast de nodige migratie formaliteiten een ritje naar de kust te maken en de Zuid-Afrikaanse pinguïns in hun natuurlijke omgeving te bezichtigen. De rit langs de kust was prachtig en vanaf een hoger gelegen punt vlak onder de Tafelberg, hadden we een prachtig uitzicht over Kaapstad.
Maar goed, de tijd houdt geen schaft….
Gelukkig, we gooien de trossen los!
Na de laatste reparaties en instructies door Heinz, voeren we dinsdag 6 mei aan het einde van de middag uit. De reis was begonnen en daarmee het echte werk ook! Heinz had de wacht tot St Helena als volgt ingedeeld:
acht tot twaalf: Piet en Esther
twaalf tot vier: Heinz en Maaike
vier tot acht: Martin, Samuel en Ian
Terwijl de zon onder ging, lieten we Kaapstad achter ons liggen, Robbeneiland aan bakboord en kozen we het ruime sop.
Inslingeren…
Al vrij snel begonnen de nieuwe nog niet ingeslingerde bemanningsleden zich in meer of mindere mate zeeziek te voelen. Martin was wee op de maag, had geen eetlust, maar presteerde het toch om mee te doen aan het avondeten. Maaike en ik kregen echter geen hap naar binnen. Nog voor mijn eerste wacht begon hing ik over de reling om de vissen te verblijden met de restanten van wat eens mijn lunch was.
Als onze wacht begint en dees en geen zijn kooi inkruipt, vraag ik me oprecht af hoe ik de komende vier uren door moet komen: moe, koud, misselijk, draaierig en wankel op de benen, verlang ik ook naar standje ‘horizontaal’. Ondertussen sta ik met het roer in de ene hand en een emmer in de andere de Anne-Margaretha de Atlantische Oceaan op te sturen. Spugen en tegelijkertijd het schip met 25 knopen op koers houden, is trouwens ook een vaardigheid. Jammer dat die nergens wordt benoemd in het takenboek dat we van de Enkhuizer Zeevaartschool hebben meegekregen….
Anyway, Piet houdt me op de been met thee en kaakjes, maakt mijn kooi gereed en brengt zelfs mijn tandenborstel aan dek, zodat ik om twaalf uur linea recta horizontaal kan. Wat ben ik blij dat ik lig!
Het inslingeren’ gaat ca 3 dagen duren, heb ik me laten vertellen. De komende dagen houd ik er dan ook rekening mee dat het gevoel van onbehagen aanhoudt. Na elke vier uren wacht, duik ik meteen m’n kooi weer in om acht uur rust te pakken. Aan andere taken zoals afwassen, koken, afpompen etc kom ik niet toe, omdat die niet vanuit een horizontale positie uit te voeren zijn. Me benedendeks rechtop voortbewegen, houd ik amper vijf minuten vol. Als Piet zijn kookbeurt heeft, geef ik liggend vanaf de bank instructies om op die manier toch een bijdrage te leveren aan de dagelijkse gang van zaken. Maaike is er een stuk beroerder aan toe: die is zo zeeziek dat ze zelfs haar wachten niet kan draaien. Gelukkig hebben we een mannetje extra en springt Samuel bij. Met hulp van een zetpil hier en daar, raakt uiteindelijk iedereen ingeslingerd, draaien we vanaf vrijdag op volle toeren en begint de machine te lopen!
1 comment
Comment by Franke en Trieneke
Franke en Trieneke 15 mei 2015 at 07:47
Wat een avontuur! Fijn dat we het op deze manier mee kunnen beleven.