Bodø 17 mei 2016
Nationale Feestdag!
De Anne-Margaretha wacht vandaag op mij. 12 Uur is de inscheeptijd. Maar voor het zover is, pik ik de start mee van van de nationale feestdag in Bodø. Onder begeleiding van fanfaremuziek verzamelen mensen zich ’s ochtends vroeg op een groot plein in het centrum. Met een strak ritueel wordt aan vier zijden van het plein aan het Torvgata de Noorse vlag gehesen.
En van die vlag komen we de rest van de dag niet meer los: letterlijk iedereen heeft de zo’n vlag in de hand. Veel mannen en vrouwen zijn in Noorse klederdracht. Tienermeisjes eveneens, de jongemannen gaan strak in het pak. En dan een vlag in de hand: als Nederlander kijk je er met verwondering naar.
Maar het is serious business voor de Noren. Hoogtepunt van de dag is ’s middags de parade. Heinz – onze kapitein – heeft dan al besloten het vertrek een dag uit te stellen vanwege de harde wind. In de parade paradeert letterlijk de ene helft van de gemeenschap voor de andere helft. Niemand lijkt uitgesloten; ook de plaatselijke death metalband, de Somalische gemeenschap en andere niet van oorsprong Noren doen mee.
Hagel, sneeuw, kou deert hen niet. De kinderen houden het vol: veel ijs! en hotdogs. De ouderen op alcohol. Een Noorse roept telkens enthousiast naar ons wat er voorbijkomt. Het hoeft niet: volleyballers volleyen, turners turnen en op het bord dat ze bij zich dragen staan de verklarende bijna Nederlandse woorden met een verticale streep door de ø of een bolletje boven de å.
Aan het eind loopt een groep jongeren mee met een bord FUCK BODØ. Zou er dan toch ook een groep dissidente Bodø-ers zijn die niet mee doen? Het blijkt echter dat er FUCK BODØnu staat: een protest tegen de plaatselijke krant. Ach, de Noren zullen wel minstens zo verwonderd naar onze koningsdag of carnavalsoptochten kijken…
18 mei Oversteek Westfjorden
We steken vandaag over van Bodø naar Reine. Van de Westkust – de Ofoten – over de Westforden – naar de Lofoten. De kusten zijn in concurrentie met elkaar wie het mooist is. Hoge bergen, scherpe toppen en diepe inhammen: de fjorden. De sneeuw ligt vanwege de kou en de buien tot op bijna zeeniveau. Er staat een stevige wind met prachtige opklaringen en fikse buien met dan windkracht 8 en uitschieters daarboven. Het was wat gezagvoerders van vliegtuigen over de intercom ‘a bit of a bumpy ride’ noemen.
Het maakt ook dat velen van ons – we zijn met 13 – met serieuze trek want een lege maag aan de avondmaaltijd begonnen. Dat en het prachtige berglandschap rondom ons in de haven van Reine maken veel goed. Het dorpje bestaat uit een paar huizen, een tankstation/winkel/postkantoor, een restaurantje en voor de rest heel veel droogrekken voor de stokvis. De geur van de vis is overal aanwezig. En zal ook aanwezig blijven, blijkt al snel.
19-21 mei Nusfjord
Op 19 mei verlaten we de haven van Reine voor een tochtje van 2 uur naar het noordelijker gelegen Nusfjord. Nusfjord staat op de lijst van Unesco Werelderfgoed. Het is een mooi bewaard gebleven klein vissersdorp met een lieflijk haventje. We zijn met 22 meter een bescheiden scheepje op de grote oceaan, maar als we met een haakse bocht het doodlopende smalle haventje binnen glijden voelen we ons massief. Ook hier veel vis.
Ik lees op dit moment Zwervers van Knut Hamsun. Hij beschrijft hoe al in het begin van de 20ste eeuw de ruimte om kabeljauw op de rotsen te drogen schaars was. Nu bevinden zich overal stellages van hout om te drogen.
Er zit (nog) weinig leven in het dorpje, de activiteiten en voorzieningen die er zijn, zijn gereserveerd voor een groep Amerikaanse toeristen. We zien het met enig leedwezen aan: hoe vermaak je zulke jonge mensen die desondanks een uitstraling hebben van ‘been there, seen it, done that’? De Noorse outdoor organisatie werkt zich een slag in de rondte om ze te vermaken met eventjes in het fjord te nachtzeekayakken of te suppen. Met video-opnames met behulp van een drone, natuurlijk. Ons wordt gevraagd een paar meter te gaan verliggen om met een hoop gedoe touwen over de havenmonding over de brengenom te kunnen abseilen. Uiteindelijk gaan drie man over.
Tot onze grote teleurstelling hebben ze de sauna outdoor hot tub met uitzicht op zee gereserveerd voor de tijd van onze aanwezigheid. Op het moment dat we met zijn zessen er in het holst van de nacht maar met daglicht en een handdoek naar toe sluipen, blijkt het water te ver afgekoeld.
De klik in de groep, de verbroedering door de eerste oversteek en de stralende zon zorgen voor een opperbeste stemming. Het is wennen aan het lange licht op de hoge breedtegraad waar we ons bevinden (68 graden, ruim boven de poolcirkel). We houden ons braaf aan een Nederlands dagritme, maar eigenlijk is er geen enkele reden toe. Het wordt, zeker bij een opgeklaarde lucht nauwelijks donker. We zouden net zo gemakkelijk een nachtwandeling of wat dan ook op elk uur van de dag kunnen doen. Maar we kiezen voor een dagwandeling: een deel kiest de bergetappe, een deel kiest het visserspad van Nusfjord naar het dorpje Nesland. We vullen onze drankflesjes met smeltwater uit de bergen en genieten van het uitzicht op de besneeuwde bergtoppen van de Ofoten op ruim 90 km aan de overzijde.
Gedurende het vorderen van de middag tekenen ze zich steeds scherper af. We spotten tijdens de wandeling over het kustpad een visarend boven ons. De dag ervoor heeft een deel van ons een groepje orka’s gezien in de baai langs het kustpad. We houden onze ogen open want van de plaatselijke bewoners hebben we begrepen dat er veel jongen geboren zijn en ze veelvuldig in de baai te zien zijn, maar helaas. Morgen laten we Nusfjord achter ons voor de volgende halte: Henningsvaer. Nieuwe kansen!
Opgetekend door een van onze gasten, Chris V.
Laat een bericht achter