Het is 12 uur ‘s middags. Mijn wacht is begonnen, en ik heb net de motor uitgezet want de wind is gunstig toegenomen. Samen met Esther B. en Esther G. babbel ik wat, en neem rustig een slok van mijn koffie om toch nog ff goed wakker te worden. Ik geniet van de laaste 2 weken dat ik nog aan boord ben, en hoop nog veel mee te pikken van de Golf van Biskaje. Esther B. en ik concluderen dat het een goede dag voor whale watching is: geen golven, goede zon en het goede gebied. Ik heb het afgelopen jaar al veel van deze prachtige dieren gezien: bultruggen, orka’s, potvissen, vinvissen, noem ze maar op. Maar toen we, langs de kust van Brazilië varend, de geboorte van een kleine walvis mochten aanschouwen, borrelde voor de eerste keer in m’n leven de drang op om het water in te springen…
Vanaf het schip zie je meestal de welbekende “fontein”, dan nog een deel van de rug, en als je mazzel hebt ook nog de rugvin en de staart. In Antarctica zag ik voor het eerst goed de ogen en de mond van deze fantastische reuzen. Ze kijken je aan met zo’n vredelievende blik, dat je je totaal niet kan voorstellen dat nog steeds zo massaal op deze schoonheden wordt gejaagd. In Antarctica heb ik dan ook vaak op het punt gestaan het water in te duiken om gewoon even met ze mee te drijven, mezelf te tonen, en mijn respect naar hen te uiten… Mij nog nederiger voelen omdat ik dan niet meer op hen neerkijk, maar ze recht in de ogen kan aankijken… Letterlijk op dezelfde hoogte komen als zij… Maar goed, het besef dat de watertemperatuur zo rond de min 10 ligt, hield mij lichtelijk tegen… Toen op de Azoren een groep potvissen rustig bij de boot bleef, leek het geen kwaad te kunnen. Toch blijven het jagers met tanden die reuzeninktvissen van ongeveer 18 meter verorberen… Hoe zouden ze mij niet kunnen aanzien voor iets eetbaars? Nee, beter van niet… Maar toen vandaag: Ik stond achter het roer, uitkijkend over de zee… Esther B. stond aan stuurboord, Esther G. aan bakboord, en toen kwam de eerste spuit recht voor Esther B. haar gezicht… “WALVIS!!!!!! Aan stuurboord, nog geen 20 meter van de boot!!!!!!!!” Hup iedereen het bed uit, snel in de kleren, want tja, zoiets hadden de meeste nog nooit gezien!
Ik gooide het roer om, zodat we door de wind gingen en de boot lekker “bij” kwam te liggen. Het beest had ons goed in de smiezen, en vond ons ook wel interessant. Dat merkten we omdat een walvis meestal niet langer dan 5 á 10 minuten bij de boot blijft, voordat ‘ie weer verder zwemt. Maar nu bleef hij gewoon lekker bij ons: dook weer onder om aan de andere kant naar boven te komen, en ons zo steeds beter te kunnen bekijken. Na een dik uur, en een paar honderd foto’s later, kregen we steeds meer het gevoel dat dit “man watching” was in plaats van whale watching… Het lieve beest, duidelijk een vinvis (grotere walvissoort die voornamelijk kril eet), bleef steeds langer dicht bij ons. Hij bleef rustig op 1 plek hangen om ons op z’n dooie gemak te bekijken. Nu kon ik me echt niet meer inhouden: ik snelde naar beneden om m’n wetsuite te pakken, m’n flippers en duikbril lagen al klaar… Een lange drijflijn werd het water ingegooid en het zwemtrappetje buitenboord gehangen.
Nu ging het gebeuren: de walvis kwam van stuurboord rustig de boot kruisen aan de voorkant van het schip. Ik sprong in het water en probeerde zo snel ik kon in zijn lijn te komen. Maar helaas… het beest was te snel, of ik te langzaam. In ieder geval had ik hem gemist. Terug naar de boot, die inmiddels met 0,5 knoop verder dobberde, flippers en duikbril weer aan dek en met veel moeite hees ik me weer op. Vanaf hier had ik meer uitzicht. De boot steekt 2.5 meter boven het water uit en alleen vanaf daar kon ik het beest goed spotten. Een kwartier later kwam hij weer dichtbij; langzaam zwom hij zo’n 40 meter van de achterkant van het schip naar de voorkant. De mensen op de boot had ik geïnstrueerd om te blijven wijzen naar het beest; dat was m’n enige aanknopingspunt. De walvis naderde nog dichter: nog 30 meter. Ik liet me in het water zakken en zwom zo hard ik kon haaks op het schip. Nog een keer keek ik achterom om de aanwijzingen van de bemanning te volgen; ik zat nog steeds op de goede lijn en was al 20 meter van het schip af… Toen gebeurde het: eerst zag ik een witte flipper op zo’n 7 meter van mij vandaan…
Mijn hart bonkte in mijn keel en de adrenaline schoot door m’n lichaam… Het beest voor me werd steeds duidelijker: Ik begon z’n kop te zien… Ik had ongeveer 10 meter zicht en was de walvis tot zo’n 3 meter genaderd… Opeens was daar z’n glimlach, die gevolgd werd door z’n oog: we keken elkaar recht aan en hij liet duidelijk merken dat ik nieuw voor hem was… De glans was prachtig; ik werd gek van blijdschap en ontzag… Hij keek me nog eens goed aan en zoefde toen langs me heen… Met de kracht van z’n staart voelde ik de zuiging van zijn ca. 16 meter lange lichaam en weg was hij. Kort twijfelde ik of ik hem achterna moest zwemmen, maar wetende dat het dier zo’n 30 km/uur kan… en ik, tja, behoorlijk wat minder, zwom ik weer terug naar de boot die inmiddels al weer 50 meter bij mij vandaan was. Nog net kon ik de lijn in het water pakken en mij daaraan optrekken. Mijn hart nog bonkend in mijn keel, trillend van de adrenaline: ik mag nu zeggen een van de weinige mensen te zijn die heeft gezwommen met een walvis…
Dit neemt niemand me meer af! WOUW….
Sam.
Laat een bericht achter