Anne-Margaretha in Brazilie

16 november 2014

De Rimboe in!

Brazilië, donderdag 6 november 2014
Heinz begint ‘m te knijpen: de dieptemeter geeft 0,1 meter aan. We hebben nog 10 centimeter water onder de kiel. Eén oneffenheid in de rivierbodem en we zitten vast. Een half uur geleden was het hoogwater, dus de vloed laat nog lang op zich wachten en zal weinig meer water bieden dan dit.
Vanaf Salvador de Bahía zijn we westwaarts gevaren. De baai die we overstaken is zo groot als het IJsselmeer. In een paar uur waren we aan de overkant en nu dobberen we op de Rio Paraguaçu.
We zitten op het randje van de zeekaart. Nog een halve mijl en we vallen er vanaf. Geen idee wat zich daar bevindt, hoe de rivier verder zal slingeren, hoe (on)diep het er is. Eilanden? Mangrovebossen? De kans is groot, de onzekerheid ook.
Onze elektronische kaart heeft het allang opgegeven. Daarop zijn alleen nog gele (land) en blauwe (water) vlekken te zien. Geen boeien, ondieptes, wrakken of wat dan ook. De AIS valt regelmatig uit en onze track op het scherm (ons rode kruimelpad) is finaal van slag: hij schiet van Kaapstad naar de Zuidpool en via Paraguay weer terug naar Salvador. Niet iets om op te vertrouwen vandaag.
Hoe het kan dat we in deze vage uithoek beland zijn? Vanochtend in de haven kregen we bezoek van een oude bekende van Heinz. Een local die goed op de hoogte is van de wateren rondom Salvador. Heinz vertelde hem dat hij nieuwsgierig was naar de baai en de rivieren die erin uitmonden. Volgens de local, en ook volgens onze papieren pilot, was het een prachtig gebied. En dus gingen we op pad.
Maar op verhaaltjes uit de pilot is het lastig navigeren. Met de radar houden we de oevers in de gaten, met de verrekijker spotten we boeien en bootjes. Gast Gerhard houdt het schip zo goed mogelijk in het midden van de rivier terwijl hij uit de rimpeling en de kleur van het water probeert af te lezen waar het ondieper wordt.
Rond 15 uur komen we aan op de plek waar we volgens onze lokale vriend kunnen ankeren. Op de oever staan kokospalmen en bananenbomen. Stuurman Maarten en maat Lars stappen in de zodiac. Met een ankertje en een touw waar om de meter een rood vlaggetje aan zit peilen ze de diepte. 5 meter, 6 meter, soms 10. Het lijkt te kunnen. Totdat we met het schip een rondje over onze ankerplek varen om de diepte met het echolood nogmaals te checken: 0,1 meter + 2,65 meter (zo diep steekt het schip). Dat lijkt niet op de 5-6 meter van Maarten en Lars.
We besluiten iets minder diep de bocht in te varen en het anker half op de rivier uit te gooien. Daar is het met gemak 20 tot 30 meter diep en breed genoeg voor andere boten om ons te passeren. Een ander voordeel? De wind heeft hier vrij baan. Dat maakt de kans op een goede nachtrust net iets groter.

Annet

Laat een bericht achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

twintig − 10 =

Go top